One for all.

Volkswagen was in 2012 een van de platformpioniers met zijn Modular Transverse Matrix (MQB). Het MQB-platform vormt een gedeelde basis voor een groot aantal modellen met benzine- of dieselmotor. Binnen de Volkswagen Group zijn inmiddels meer dan 32 miljoen auto’s geproduceerd op basis van het MQB. Volkswagen paste het principe vervolgens ook toe op elektrische voertuigen met het Modular Electric Drive Matrix (MEB), waardoor ook op dit gebied de ontwikkeling en productie-efficiëntie significant zijn verbeterd. 

Het nieuwe Premium Platform Electric (PPE) dat Audi en Porsche hebben ontwikkeld vergroot de toepassingsmogelijkheden voor elektrische auto’s. Voor Porsche creëert dit nieuwe kansen om met winst grote modellen met hoge technische normen op de markt te brengen, waardoor de elektrificatie van zijn portfolio nog een stap verder gaat. De sportwagenfabrikant uit Stuttgart wil dat in 2030 meer dan tachtig procent van zijn nieuwe auto’s volledig elektrisch is. Het PPE maakt het mogelijk om op verschillende manieren te profiteren van de voordelen van een volledig elektrisch platform. Het biedt veel speelruimte als het gaat om wielbasis, spoorbreedte en bodemvrijheid, waardoor modellen met achter- of vierwielaandrijving in verschillende segmenten het platform kunnen gebruiken. De eerste Porsche op basis van de PPE is de volledig elektrische Macan. Met zijn 800-volt-architectuur, krachtige elektromotoren van de nieuwste generatie en geavanceerd batterij- en laadbeheer biedt dit model het prestatieniveau dat je van een Porsche verwacht. Het nieuwe modulaire EV-platform gaat daarna als basis dienen voor hoger gepositioneerde modellen van de Volkswagen Group.  

Door de jaren heen heeft Porsche Engineering in Weissach via projecten op dit gebied uitgebreide expertise opgedaan. Het ontwerpen stelt de ingenieurs voor zeer complexe uitdagingen. Zij moeten met een waslijst aan aspecten rekening houden en krijgen te maken met ontwikkelingsdoelen die soms lijnrecht tegenover elkaar staan. Dit geldt over het algemeen voor elk type sportwagen, maar vooral voor elektrische auto’s. De afzonderlijke aandrijfcomponenten bieden immers meer ontwerpvrijheid dan bij een verbrandingsmotor, bijvoorbeeld om het platform breed schaalbaar in te richten of flexibel genoeg te maken om het modulaire aandrijfsysteem als basis te laten dienen voor totaal verschillende modellen. Het platform maakt het mogelijk om achterwielaandrijving, vierwielaandrijving of voorwielaandrijving te implementeren door simpelweg de positie van de elektromotor te verplaatsen of zelfs door een andere toe te voegen - iets wat bij een verbrandingsmotor niet mogelijk is. 

Bij de ontwikkeling van een nieuwe platform kijkt Porsche Engineering eerst naar de technische haalbaarheid. De volgende stap is het uitwerken van concepten. Aan de hand van simulaties worden nauwkeurige specificaties opgesteld, bijvoorbeeld voor de vorm van de carrosserie, de locatie van de accu, de stoelen, de aandrijflijn en de carrosserieconstructie. Met behulp van de computer ontstaat vervolgens een virtueel model, ook wel een digitale mock-up (DMU) genoemd. Na dit stadium gaat de projectversie over naar de voertuigfabrikant die het idee van Porsche Engineering ontwikkelt tot een echte auto. Porsche Engineering blijft zijn klanten ook hier ondersteunen bij het ontwikkelen, simuleren en testen van componenten, systemen en het complete voertuig. 

Het merk optimaal tot zijn recht laten komen 

Logisch bij een elektrische auto: de batterij speelt een sleutelrol, maar niet alleen omdat de auto hier zijn energie vandaan haalt. Vanwege zijn plek en het gewicht moet het ook fungeren als een integraal onderdeel van de botsstructuur en de versteviging van de onderzijde en als onderdeel van het koelsysteem. "Porsche gebruikt de flexibiliteit van de platforms specifiek om auto’s te ontwikkelen die de kenmerken van Porsche-sportwagens naar voren brengen met een hoge geschiktheid voor dagelijks gebruik en uitstekende prestaties,” zegt Klaus Bernhard, Senior Manager Physical Architecture Platform en Dimension Concept bij Porsche. 

Denk hierbij bijvoorbeeld aan het ontwerp van de bestuurdersstoel en de zitpositie, die ergonomisch, sportief en toch comfortabel is en geschikt moet zijn voor een brede klantengroep over de hele wereld. Het overheersende principe van platformontwikkeling is dat je niet aan een specifiek voertuigproject moet beginnen voordat het platform is gedefinieerd. Alleen dan kunnen de individuele ontwikkelingsdoelen zo goed mogelijk worden afgewogen en kunnen componenten zoals de accu, voor- en achteras of zelfs de grootte van de wielen optimaal worden bepaald. Eventuele wijzigingen achteraf zijn zeer tijdrovend en kostbaar, en soms ronduit onmogelijk. Veel – vaak kleinere – autofabrikanten staan er niet bij stil wat een platformstrategie voor hen kan betekenen wanneer ze een voertuigproject gaan ontwikkelen. "Het is jammer, maar het gebeurt keer op keer dat fabrikanten contact met ons opnemen als ze al een voertuigmodel hebben en dan willen dat we andere versies hiervan ontwikkelen - waarvoor het platform helemaal niet geschikt is,” zegt Humberto de Campos do Carmo, Senior Manager Vehicle Concepts and Package bij Porsche Engineering. "Dit stelt de fabrikant voor een keuze: ontwikkel een geheel nieuw platform of compromis en kies een oplossing die niet aan alle eisen voldoet." 

Hoge flexibiliteit vereist 

Een ander aspect bij het ontwerpen van een modern platform is de toekomstverwachting. Ook al bevatten de eerste plannen bijvoorbeeld alleen auto’s met achterwielaandrijving, de deur moet op een kier blijven staan voor andere opties. Zo kan het platform voertuigmodellen aan die nog niet eens ter tekentafel liggen, bijvoorbeeld varianten met voorwielaandrijving of vierwielaandrijving. Een hoge mate van flexibiliteit is net zo belangrijk voor het ontwerp als de ruimte die het platform biedt om toekomstige technologieën te integreren. 

Elektromobiliteit en zijn componenten, zoals batterijen en elektromotoren, evenals de elektrische systemen en de architectuur van elektronica, maken immers een grote ontwikkeling door. "Vanwege de lange levensduur van een platform kun je bij het ontwerpen ervan niet voorspellen welke innovaties je over een paar jaar in het voertuig moet integreren,” legt Bernhard uit. De Campos do Carmo vult aan: “Bij het ontwikkelen van een nieuw platform moet je dan ook altijd afwegen welke technologieën binnen die tijd klaar zijn voor serieproductie en in welke vorm ze uiteindelijk in het platform terecht komen.”