De nieuwe generatie van de 911 kwam in modeljaar 1989 op de markt, op hetzelfde moment dat de G serie werd uitgefaseerd. De 911 Carrera 4, model 964 had voor 85% nieuwe onderdelen maar hield in grote mate de klassieke vorm van zijn voorganger. Hij was verkrijgbaar in de Coupé, Targa en Cabriolet carrosserievorm.
Ondanks veel overeenkomsten in design had de 964 een veel betere aerodynamica dan het G model. Dit werd voornamelijk gerealiseerd door de nieuwe, ronde voor- en achterzijde en de automatisch naar buiten schuivende achterspoiler.
De 911 Carrera 4 was de eerste 911 voorzien van 4-wielaandrijving. Zijn elektronisch geregelde permanente 4-wielaandrijving bracht normaliter 31% van het koppel over naar de vooras en 69% naar de achteras. De verdeling kon worden aangepast aan de relevante rijomstandigheden. Er zat een aandrijvingsschakelaar in de middenconsole van de C4. Zijn 3,6-liter motor leverde 250 pk.
Vanaf modeljaar 1990 was er een identieke, achterwielaangedreven versie (eerste model met tiptronic) leverbaar, in de vorm van de 911 Carrera 2 en nog een Turbo versie vanaf modeljaar 1991.